
Column: Wartaal
COLUMN – Hahaha, jongens we kunnen nou wel net doen alsof Nederlands een wereldtaal is, maar we verstaan soms ons eigen volk niet. Neem die vrolijk lachende KLM-stewardessen. Die moeten van de directie enkel beschaafd Nederlands praten. Als zo’n wicht dan roept vanuit de pantry: “Ik bun sloerig in de rakker”, bedoelt ze niet dat ze een beurt wil van de captain. Welnee. Ze zegt dat ze zich gewoon niet goed voelt. Waarschijnlijk wat hoofdpijn van de beurt van gisteren. Want vergeet niet, als stewardess ligt je hoogtepunt al snel op zo’n 10 kilometer. Het gaat er dus niet om of je er leuk uitziet. Het gaat erom of het goed je strot uitkomt. Doe u mee…? Breikalf, brakenstrook, tiet veur een pafke, natte trekzeug en nog veel meer. U weet vast waar ik het over heb. De jaren ’80. Juist. Verona, Spaan en Vermeegen.
En over dialecten gesproken: “Limburg hoort niet bij Nederland. Limburg is ons buitenland”. Ach, grappig bedoeld, maar wat taal betreft is het waar. Ik dacht dat ik naar Schoonenberg hoorsupport moest. Ik verstond er geen klap van. Ze zeggen daar aan een stuk door “enne”. Je kunt het voor bijna alles gebruiken. Maar vaak betekent het “Hoe gaat het met je?” Kijk, da’s nou weer zo aardig van die Limburgers. Zelfs als ze vlaai eten vragen ze steeds hoe het met je gaat. “Vlaai-hap-enne? Vlaai-hap-enne? Vlaai-hap-enne? Vlaai-hap-enne?” Het is een kostelijk ritme van met je mond vol praten. Maar ach, laat ze maar lekker eten. Je verstaat ze toch niet.
Wij Nederlanders schikken ons. Ook wat taal betreft. Er hoeft maar één lederhose-man door de straat te stampen of we zeggen niet “nicht so hart”, maar “Guten Abend mein Herr”, één Fransman die we zien friet eten of we roepen “avec mayonaise”, één Engelsman die een sterk verhaal verteld of we gieren: “make that the cat wise”. We zijn een veel te tolerant volkje dat zich met alles de maat laat nemen. We kruipen, kronkelen, halen schouders op en brabbelen in een andere taal. Vooral dat laatste. Om de anderen te plezieren. Je loopt de Primark binnen. “Dag juffrouw, ik zoek een rode rok.” “Sorry, I don’t have a red cock.” Je schakelt vliegensvlug op het Engels over. “But have you dan a blue cock?” Het meisje zwaait met haar vinger. “No madam, only my boyfriend.” Kijk mensen, zo ontstaat er spanning door spraakverwarring.
In Amsterdam is het helemaal om crazy van te worden. Je gaat gezellig met je vrouw een steak eten bij Gauchos. Heeft niets te maken met de vele steekpartijen. Argentijnen praten gebrekkig Engels. “What does she wants?”, vraagt de Gaucho met een divorce in his hair, terwijl hij diep in de ogen van uw vrouw kijkt. Als u nerveus bent, geeft u verkeerde antwoorden. “She wants to suck on your rare steak”, zegt u trots met 2 jaar VMBO. “Even the leftovers she put it in her hungry pussy.” Als u later met haar de scheidingspapieren doorneemt en ze vraagt of u nog van haar houdt, pak dan die kans met beide handen aan. “My love, I hold very much from you. And that’s why I bought you this forest flowers. You let my heart faster beat. With you I am the king too rich…”
Goed gedaan jochie. Sloeg echt nergens op. Maar romantisch klonk het wel…
Over de auteur
Deze column is geschreven door Ronny Lammers. Ronny schrijft elke zondag een spraakmakende column waarbij hij geen blad voor de mond neemt. Ronny is eigenaar/coach van ITP Institute Tennis Promotion en traint met zijn team alle niveau’s in het noorden van Nederland.
Foto: Ronny Lammers