LONGREAD – ‘Voor de toekomstige generaties’, hooguit een mantra van zelfbenoemde progressievelingen om er zelf beter van te worden
‘Steeds meer jongeren maken een einde aan hun leven’ kopte het AD deze week. Steeds meer jongeren kampen, volgens het RIVM, met depressie en suïcidale gedachten. De zelfdodingspreventielijn 113 heeft vaker te maken met bellers die kampen met eenzaamheid en depressie. Op basis van de huidige trend lijkt het gemiddelde aan zelfdodingen op te lopen, maar de exacte cijfers worden pas in mei door het statistiekbureau CBS gepubliceerd. Naar de exacte oorzaak van zelfdoding is het gissen, maar meestal spelen meerdere factoren mee. Zou de grenzeloosheid waarvan onze samenleving tegenwoordig doordrongen is hieraan bijdragen?
Week van de Lentekriebels
Vorige week was de nationale projectweek ‘Week van de Lentekriebels’ met dit jaar als thema ‘Wat vind ik fijn?’. Basisschoolkinderen vanaf groep 1 tot en met 8 kregen die week positieve seksuele vorming met als onderwerpen: leren over je lijf, praten over wat je fijn vindt, autonomie en een positief zelfbeeld. Het zou een belangrijke basis vormen voor een gezonde en veilige ontwikkeling, als hier in klassikaal verband vanaf 4 jaar over wordt gesproken, zodat ze later, als ze seksuele relaties aangaan, ook gaan praten over hun wensen en grenzen.
Ondanks de onschuld en goede bedoelingen die het expertisecentrum seksualiteit Rutgers met deze projectweek lijkt te willen uitstralen, leverde deze vorige week toch de nodige commotie op social media op. Voorstanders van vroege seksuele vorming hadden het onder andere over ‘grenzen leren stellen’, ‘het toegenomen risico om op jonge leeftijd in aanraking te komen met porno op internet’ en ‘het voorkomen van tienerzwangerschappen’. Ze deden veelal kritiek op de projectweek af als ‘preuts’, vonden het de taak van de school omdat er ouders zijn die er niet over praten met hun kind en reageerden als een rode lap op een stier op Baudet die online informatie van Rutgers had gedeeld op social media en naar aanleiding daarvan Kamervragen had gesteld. Tegenstanders vroegen zich af of seksuele vorming niet erg vroeg is vanaf groep 1, wat de meerwaarde is van een 3D clitoris en plaatjes van verschillende penissen en vagina’s, hadden moeite met het opdringen van gesprekken (in klassikaal verband) over seksualiteit aan jonge kinderen terwijl ze er nog helemaal niet mee bezig zijn, vonden dat de school onterecht een opvoedingstaak van ouders naar zich toetrok, hadden hun bedenkingen bij het onomfloerste woordgebruik in gesprekken tussen ouders en hun jonge kinderen op de website van Rutgers, de volgens hen grensoverschrijdende en ongepaste vraagstelling van diezelfde ouders aan hun kinderen waarbij het ongemak van de kinderen niet werd opgemerkt, de dwang die uitging van diezelfde ouders om als kind op commando te moeten praten over heel intieme zaken, de genderideologie waaraan kinderen op jonge leeftijd worden blootgesteld waardoor het ‘op speelse onschuldige wijze zelf op zoek gaan en ontdekken van wie ze zijn’ hen wordt ontnomen en vonden juist dat het kinderen extra kwetsbaar maakt voor pedofielen.
Seksuele- en genderdiversiteit
Wat ook in deze discussie weer opviel is dat zelfbenoemd ‘progressief Nederland’ de mening lijkt toegedaan dat iedereen moet bekeerd worden tot hún visie. In dit geval een grenzeloze visie op seksualiteit. Steeds meer jongeren en volwassenen raken geagiteerd door al dat gepush door media, politiek en onderwijs over wie ze moeten zijn en welke ideologieën ze wel of niet moeten omarmen. Vele pubers zien jaarlijks op tegen ‘Paarse Vrijdag’ op school, de jaarlijkse actie-dag op scholen van de Gender & Sexuality Alliance die tot doel heeft dat seksuele- en gender-diversiteit de ‘norm’ wordt. Zo lijkt het dat de inclusiviteit en tolerantie die eind vorige eeuw op scholen heerste naar elkaar toe door al dat gedram in sneltreinvaart teniet wordt gedaan. Wij mogen niet meer zijn wie wij zijn, maar moeten ons reduceren tot ‘hokjes’. Waar wij het nog niet zo lang geleden bij ‘geslacht’ sec over de biologische realiteit hadden en wij in ons gevoel geheel vrij konden zijn, dienen wij onszelf alsook onze taal en gedachten nu, onder dreiging buiten de samenleving gezet te worden, op te hokken lijkt het. Een zorgelijke tendens waaraan zelfbenoemd ‘progressief Nederland’ debet is, maar liever lijken zij zich te verschuilen achter hun Baudet-haat, doen iedereen die een andere kijk heeft op de wereld af als Baudet-aanhanger, rechts-extremist, nazi, bruinhemd en noem maar op. Een keer gewoon je mond houden, je realiseren dat de meeste mensen met kritiek Baudet niet per se een toffe gozer vinden en eerst een keer in de spiegel kijken om je af te vragen of de verscheidenheid aan kritiek die wordt gegeven niet (deels) terecht is, lijkt niet aan hen besteed.
Grenzeloze, gekleurde seksuele voorlichting
In 2020 bevestigde toenmalig promovendus en antropoloog Jelle Wiering dit in zijn proefschrift over seksuele gezondheidsorganisaties in Nederland. Door zelf seksuele voorlichting te geven ontdekte hij onder andere dat seksuele voorlichting in Nederland niet zo neutraal is als gedacht wordt: “Een open gesprek over seksualiteit is vaak helemaal niet zo open en dient vooral om de visie op seks die omarmd wordt door de meerderheid te verkondigen en iedereen die anders denkt in een negatief spotlight te zetten”.
‘Progressief’, dient dat anno 2023 niet juist synoniem te staan voor ‘iedereen in hun waarde laten’? Er lijkt een hardnekkige aanname te heersen ‘zelf te deugen en de ander niet’, maar op basis waarvan denken wij dit te kunnen pretenderen?
Zouden wij niet juist elkaar ruimte dienen te geven, in respect met elkaar, om te ontdekken wie wij zijn en bij welke keuzes wij ons het gelukkigst voelen? Verre van iedereen heeft behoefte aan de gehele rambam aan seksuele handelingen, seksspeeltjes en platvloers taalgebruik, noch de behoefte om hierover op commando met wie dan ook te praten in een klas met bijvoorbeeld meer dan 30 leerlingen, zoals Wiering ook in zijn proefschrift schreef:
“Seks bespreekbaar maken moet geen doel op zich worden. Het is belangrijk om na te denken met wie en waarom en wanneer je over seks wil praten. Een van de mooiste uitspraken uit mijn proefschrift komt van een meisje uit een van mijn lessen. Het was een slechte les, vond ik zelf. Waarschijnlijk lokte dat haar uitspraak ook wel uit. Het liep niet lekker, maar ik wilde haar graag betrekken bij het gesprek door te vragen wat zij er eigenlijk van vond. Ze haalde haar schouders op, dus ik drong aan om toch iets te delen met de groep. Toen ze dat niet wilde, vroeg ik: maar praat je dan niet over seksualiteit? Toen zei ze: ja ik praat wel over seksualiteit, alleen niet met jou. Dat was een heel ongemakkelijk moment waarop ik dacht: je hebt echt keihard gelijk.”
Dit was een meisje op het voortgezet onderwijs, die oud en wijs genoeg bleek om haar grenzen aan te geven, maar hoeveel basisschoolkinderen zouden dezelfde grens willen aangeven, maar ontberen nog de vaardigheden om dit te doen door hun jonge leeftijd?
Grenzen leren stellen
Genoeg volwassenen die niet over seksualiteit willen praten met anderen en al helemaal niet als ook nog voor hen wordt bepaald met wie en wanneer. Waarom dan wel dit aan kinderen opleggen? Als een kind hier niet klaar voor is en/of niet op zit te wachten, dan maak je je op dat moment schuldig aan grensoverschrijdend gedrag. Als een veilige omgeving is gegarandeerd, dan leert een kind vanaf dag 1 van zijn leven stapsgewijs grenzen te stellen. Eerst door al doende te leren waar de eigen grenzen liggen en te ervaren dat deze binnen het gezin worden gezien en gerespecteerd. Daarna door ook te ontdekken dat anderen ook grenzen hebben. Grenzen leren stellen doe je niet pas in relatie tot seksualiteit, dan ben je veel te laat. Alsook belast je kinderen niet met seksualiteit wanneer dit nog lang geen onderdeel is van hun belevingswereld.
Intolerant als ‘tolerant’ verkocht
De multiculturele samenleving die ‘progressief Nederland’ bepleit, vraagt om nog meer oog voor diversiteit, ook als het gaat om seksualiteit. Voor ‘progressief Nederland’ lijkt de door hen bepleite diversiteit er alleen te mogen zijn zodat zij kunnen ‘zenden’, ‘bekeren’ en ‘deugen’ en de rest moet gewoon in het gareel springen en zijn bek houden. ‘Intolerantie als tolerant verkocht’ en dat in de Nederlandse multiculturele samenleving waarin ondertussen 25 procent van de bevolking een migratieachtergrond heeft. De zelfbenoemde progressievelingen mogen hun borst nat maken, want ze zullen nog veel vaker de spiegel voorgehouden krijgen!
Het argument dat seksuele voorlichting bijdraagt aan minder tienerzwangerschappen is discutabel. Het kan de kennis rond seksualiteit vergroten aangaande aspecten die mogelijk alleen op school besproken worden, maar de aanname dat het hoe dan ook leidt tot minder tienerzwangerschappen zou juist kunnen zorgen voor een toename. De sociaal-economische omstandigheden alsook de cultuur waarbinnen tieners opgroeien is van veel grotere invloed en los je niet op met een lesweek ‘seksuele vorming’, ook niet vanaf groep 1. In 2020 was er in Nederland nog slechts sprake van 1194 zwangerschappen waarvan de moeder jonger was dan 20 jaar. In 80 procent van de gevallen was daarbij de moeder meerderjarig. En hoewel de Nederlandse samenleving mogelijk liever geen enkele tienerzwangerschap wil, is het de vraag hoeveel procent van die tienerzwangerschappen vanuit de jonge moeder/ouders daadwerkelijk ongewenst was. In hoeverre kan de Nederlandse Staat dan rechtvaardigen dat zij steeds vaker en op een steeds jongere leeftijd van kinderen op de stoel van ouders gaat zitten en de ouderlijke taak overneemt en daarmee lijkt te pretenderen dat zij het beter kan?
Falend Nederlands onderwijssysteem
De overheid is zó goed bezig, dat vele ouders beiden moeten werken om rond te komen. Daarmee is de emancipatie zogenaamd zo geslaagd dat nu steeds meer vrouwen én mannen financieel afhankelijk van elkaar zijn, naast de opvoeding van de kinderen en het huishouden. Door leerachterstanden bij peuters dreigt voorschoolse educatie in de toekomst verplicht te gaan worden voor kinderen jonger dan 4 jaar. Dat terwijl de overheid al jaren faalt in haar onderwijsaanbod richting bijvoorbeeld hoogbegaafde kinderen. Nog meer one-size-fits-all modellen door de overheid opgelegd zodat alle kinderen dreigen genivelleerd te worden tot de ondergrens. Waarom als overheid niet eerst wat doen aan je eigen disfunctioneren voordat je nog meer hooi op je vork neemt? De overheid laat het al jaren aantoonbaar afweten op meerdere onderwijsaspecten! Maar ook lijkt onder politici en academici een ziekelijke drang tot betutteling te heersen om kinderen die het wel goed doen onderuit te halen, omdat er een groep is die niet meekomt. Op welke belastingbetaler denkt de overheid een beroep te gaan doen om aan álle kinderen voorschoolse educatie op te leggen, terwijl de meerderheid prima zonder kan? Alweer de zogenaamde ‘sterkste schouders’, want zij hebben niet hard moeten werken om te staan waar ze nu staan in het leven, hun zakken zijn eindeloos diep en zij verdienen geen solidariteit?
Vanaf de basisschool worden kinderen aan de hand van een leerlingvolgsysteem gereduceerd tot een beperkt aantal parameters. Als een kind in zijn ontwikkeling daarvan afwijkt wordt het gereduceerd tot probleem en gelabeld met dyslexie, ADHD, ADD en/of autisme en mogelijk zelfs gedrogeerd. Eens gelabeld, is het moeilijk om daar nog van af te komen, ookal is er foutief of ongefundeerd gelabeld. Omdat je kind dan gelabeld is, is je kind als ‘probleem’ voor de school opgelost, ookal zeult je kind dan rond met een extra rugzak die het mogelijk onterecht draagt.
Cito-toetsen pakken vooral gunstig uit voor kinderen die goed kunnen reproduceren, ten koste van meer dan gemiddeld intelligente kinderen die vooral goed zijn in analyseren en creatief denken. Zo krijgt de overheid het voor elkaar dat de in aanleg meest intelligente kinderen uitvallen en thuis komen te zitten, omdat ze dag in dag uit de mogelijkheid wordt ontnomen om zichzelf te ontwikkelen. Het kind met een IQ van 115 behaalt een universitair diploma, maar met een IQ van 130 of meer dreig je als kind voortijdig uit te vallen zonder diploma. De buitenlandse universitaire eerstejaarsstudent daarentegen werd lange tijd met open armen onthaald in Nederland. Dat het eigen talent voortijdig afhaakt door een falend onderwijssysteem zou de overheid meer tot zorg moeten zijn. Dit heeft namelijk op termijn ook desastreuze gevolgen voor het functioneren van bedrijven, innovatie en uiteindelijk de Nederlandse welvaart.
Evenzo dat het Passend Onderwijs ertoe heeft geleid dat meer kinderen buiten hun eigen woonomgeving naar school gaan, waardoor de kans toeneemt dat zij sociaal geïsoleerd raken binnen hun woonomgeving, alsook onnodig veel tijd kwijt zijn aan woon-schoolverkeer. En ondanks al dat toetsen en die onderwijsvernieuwingen blijft het reken- en taalniveau bij steeds meer kinderen achter. Een ontwikkeling waarbij de overheid zichzelf de spiegel mag voorhouden en de ontwikkeling van kinderen prioriteit gaat geven in plaats van kinderen en ouders te straffen als het kind niet op school is. Sinds 2020 lijkt het Nederlandse onderwijs verworden tot bij wet als kind/ jongere gedwongen worden je te vervelen op school. Lessen die op het laatste moment uitvallen lijkt meer regel dan uitzondering te zijn geworden, maar als je klaagt over de onderwijskwaliteit in Nederland en het heft als ouder in eigen hand wil nemen zodat je kind zich wel ontwikkelt, hijgt de leerplichtambtenaar je in de nek. ‘How dare you’, dat je als ouder tegemoet wil komen aan de ontwikkelingsbehoeften van je kind!
Een deel kinderen die thuisonderwijs kregen van hun ouders tijdens de lockdowns, deden het daarna opmerkelijk beter op het gebied van rekenen en taal. Ouders zonder didactische vaardigheden klaarden het om hun kinderen beter te laten presteren, maar toch meent de overheid de ouderlijke macht van ouders steeds vaker op meer terreinen ongevraagd en ongefundeerd te mogen passeren.
Existentiële angstonderwijs
Inhoudelijk valt veel af te dingen op de door de overheid opgelegde verplichte lesstof. Terwijl jongeren nog niet eens de basiskennis van natuurkunde, scheikunde en biologie is aangeleerd, worden ze alvast via het onderwijs blootgesteld aan existentiële angst op basis van een gepretendeerde klimaatcrisis die gestoeld is op een model waarbij de nodige vraagtekens kunnen worden gezet, alsook bij de redenering dat klimaatverandering per definitie een probleem zou zijn. Het klimaat is een dynamisch systeem, dat dus van nature aan veranderingen onderhevig is. Angstzaaien werkt trouwens bewezen contraproductief op het oplossend vermogen. Een zeer ondoordachte actie van klimaatalarmisten als je zogenaamd de wereld wil redden.
Radicalisme op de universiteit
In 2018 richtten geradicaliseerde academici Extinction Rebellion op met als doel de wereld te knechten tot hun klimaatreligie. Daarbovenop trok de European Research Council (ERP), opgericht in 2007 door de Europese Unie, nog eens een blik subsidies open om aan de Vrije Universiteit Amsterdam een RadicaliseringsModel te ontwikkelen om deze ongefundeerde klimaatreligie salonfähig te maken. Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek verrichten lijkt aan universiteiten tegenwoordig zo passé. Je academische achtergrond om een onbestaande ‘wetenschappelijke consensus’ te pretenderen en zo hele samenlevingen te knechten tot je eigen levensovertuiging is zoveel leuker?! Wanneer gaat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Robbert Dijkgraaf, paal en perk stellen aan deze coup op universiteiten? Of voelt de minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yeşilgöz-Zegerius, zich misschien geroepen om de nationale veiligheid te borgen, zodat Nederland niet verder afglijdt tot bananenrepubliek onder invloed van pseudo-liberalisme en pseudo-wetenschap?
Staatsindoctrinatie via het onderwijs
Er zijn kinderen die om uiteenlopende redenen zonder ontbijt naar school gaan. Het gevolg is dat ook hier steeds meer scholen initiatieven ontplooien om ook hier de opvoedingstaak van álle ouders compleet over te nemen en schoolontbijt voor alle kinderen te organiseren. Zodat kinderen niet alleen tijdens het Nationaal Schoolontbijt onterecht wordt aangeleerd dat ontbijtproducten van Unilever gezond zijn, maar het hele jaar door. Terwijl ouders ook hier ongevraagd worden gepasseerd, wordt ultrabewerkt vulsel via scholen als voedsel verkocht en kinderen de eiwittransitie door de strot gedrukt. Onwetenschappelijke Staatsdoctrine als lesstof opgedrongen aan kinderen om hen wijs te maken dat de mens geen omnivoor is, maar herbivoor of zelfs insecteneter?
Het continurooster, dat op steeds meer basisscholen wordt ingevoerd, schept de gelegenheid tijdens het middageten op school om kinderen te belasten met het Jeugdjournaal, dat steeds vaker onderwerpen aansnijdt die kinderen psychisch nog niet kunnen behappen. Oorlog is niet een lichtzinnig onderwerp dat je even bij een kind naar binnen schuift onder de lunch en toch gebeurt het op dit moment in Nederland in klassikaal verband. Hoeveel kinderen krijgen de ruimte om weg te lopen op zo’n moment? Hoeveel leraren leggen uit dat in tijden van oorlog álle partijen propaganda inzetten om de geesten rijp te maken voor als het moment komt dat ze jonge mensen nodig hebben om als kanonnenvoer naar het front te sturen? Weten zij als de opkomstplicht wordt geactiveerd, dit voor mannen én vrouwen in Nederland geldt? Of komt het te dichtbij als wij kinderen uitleggen wat oorlogspropaganda is en als zij op het verkeerde moment meerderjarig zijn, zij mogelijk aan het front worden neergeknald? Maar oorlogspropaganda bij kinderen naar binnen schuiven met een broodje door middel van het ‘educatieve’ Jeugdjournaal, daarvan krijgen wij geen schaamrood op de wangen?!
Jeugd geknecht tot hulpeloze in een grenzeloze samenleving
De jeugd dient de overheid te bejubelen voor het gratis maandverband dat hen wordt toegeworpen, de identiteit- en het gedragsdictaat dat hen wordt opgelegd, het ongefundeerde apocalyptische ‘einde der tijden’ dat hen wordt voorgehouden, de alsmaar groeiende voedselbankindustrie in Nederland, de wijze waarop hen onder het mom van een coronapandemie de lichamelijke integriteit en vrijheid werd ontnomen, de toenemende vraag naar jeugdzorg en alsmaar langere wachtlijsten, de nog steeds groeiende woningnood, de toegenomen baanonzekerheid, de torenhoge zorgkosten die je mag dragen vanaf je achttiende, het toeslagenschandaal en Groningse wingewestbeleid dat ook kinderen beschadigde, de alsmaar groeiende groep kinderen die in armoede opgroeit in zogenaamd een van de rijkste landen ter wereld en de selectieve curling samenleving van ‘safe spaces’ waarin je als jongere niet meer mag leren zelf verantwoordelijk te zijn voor je leven, maar hulpeloosheid je op grenzeloze wijze door de Staat wordt opgelegd. Want financieel, lichamelijk en psychisch dient iedereen vanaf de geboorte genivelleerd te worden tot de ondergrens. Met ‘voor de toekomstige generaties’ beoogt de overheid blijkbaar geen gezonde, succesvolle toekomstige populatie, als je de uitkomsten van haar (beoogd) beleid bij elkaar optelt. Het lijkt hooguit een mantra om doelen ten voordele van andere belangen er door te drammen. Dat het aantal zelfdodingen oploopt in een samenleving die steeds grenzelozer wordt, is dat dan nog zo gek?
Wie beschermt de rechten van kinderen en jongeren nog? Wie borgt dat hun psychische en lichamelijke integriteit wordt gerespecteerd? Wie staat erbij stil dat ook kinderen en jongeren behoefte hebben aan privacy? Wanneer gaat de overheid zorgdragen voor gunstige sociaal-economische omstandigheden voor iedereen, zodat gezinnen het weer alleen kunnen rooien? Het vergroot namelijk het zelfvertrouwen van gezinnen en daarmee ook hun levensgeluk en kansen op succes. Zelfredzame ouders is wat de jeugd nodig heeft, zodat ze een voorbeeld hebben om te leren hoe ze ook zelfredzaam kunnen zijn in een grenzeloze samenleving.
Grenzeloosheid als ‘progressief’ verkocht, wanneer houdt het op?
Over de auteur
ing. Vicki Van Lommel is columnist, onderzoeks- en wetenschapsjournalist die onder andere schrijft over duurzaamheid, klimaat, energie, circulaire economie, politiek en samenleving. Founder freepeoplemedia.com
Foto: Vicki Van Lommel