Opinie

Column: Dames van een zekere leeftijd

COLUMN – Ik lig goed bij de dames tegenwoordig. Dat is te zeggen, bij dames van een bepaalde leeftijdscategorie, namelijk de omaatjes. Het zijn vrouwen die het leven wel gezien hebben en een zekere berusting hebben verworven, waardoor de jachtigheid van de wereld om hun heen geen grip meer heeft. Niet dat ze onverschillig zijn geworden, het nieuws volgen ze op hun manier zeker nog wel, maar met een ‘ach, het is me wel wat in de wereld’ glijdt het ook net zo makkelijk weer van hun fragiele rug af. Kwetsbaar als ze zijn, want de leeftijd komt met allerlei kwaaltjes en gebreken, zijn de meeste immuun geworden voor de sensatieverhalen waarmee de media op je emotie willen inspelen.

Op onverwachte momenten heb ik elke dag wel even een rustpuntje, want ik kom ze overal tegen, op weg naar de supermarkt of wandelend in het park. Ik vind dat heerlijk, want door de omstandigheid gedwongen kennen ze geen haast meer. Sommige zijn gewapend met een rollator, want stabiliteit is echt een ding geworden als je tachtig bent, maar altijd met zo’n klein hondje aan de lijn die ik voor het gemak maar wollie-wobbie noem, of Bobbie, want het ras is steevast onduidelijk en namen vergeet ik meestal. ‘Handtasjes’ noemt buurman Willem ze, omdat zelfs zo’n oude dame het hondje wel onder één arm kan meenemen.

Doordat ze niet meer meedoen aan de woeligheid van het bestaan hebben ze ook de kunst van het indirect communiceren onder de knie gekregen. Gister kwam ik bijvoorbeeld een piekfijn geklede dame tegen, het haar perfect in model, die mij voor het eerst zag sinds ik naar de kapper ben geweest. Sinds 2020 was ik niet meer geweest, dus mijn haar was tot op tepelhoogte gegroeid, maar nu heb ik het weer zo kort dat de ‘oren vrij zijn’, zoals dat dan wordt genoemd (ja, de foto is van iets langer geleden). Ze keek mij even keurend aan en merkte fijntjes op dat ze dit wel zo netjes vond. Met andere woorden: dat lange haar vond ze maar niets, maar een dergelijke afkeuring moet je maar concluderen uit wat wél gezegd wordt.

Zo kan het dus lijken dat deze generatie niet op de hoogte is van een heleboel zaken, maar als je weet hoe je moet luisteren merk je dat ze het allemaal nog prima meekrijgen. Niet alles hoeft echter te verwoord te worden en niet alles is even belangrijk, er is veel duidelijker een hiërarchie in wat nog de moeite waard is om aandacht aan te schenken en wat niet. De wereld wordt kleiner, maar wat er werkelijk toe doet snappen ze vaak beter. Het leven is kostbaar en kwetsbaar tegelijk, gezondheid en een goed contact met anderen zijn misschien de enige rijkdommen die je moet koesteren in dit leven. En ja, over gezondheid gesproken: met het wegwaaien van de bladeren van de bomen valt ook weer de jaarlijkse brief over de griepprik op de deurmat. De gespreksonderwerpen volgen de seizoenen van het jaar.

Mijn moeder heeft dat een tijdlang trouw gedaan, die griepprik, omdat de dokter dat zei. Maar ze werd er doodziek van en toen ze doorkreeg dat dat altijd was vlak nadat ze de prik had gekregen zei ze op een gegeven moment “dat doe ik niet meer, een griepje moet ik ook wel zonder die troep kunnen doorstaan”. Nou, de laatste tien jaar van haar leven heeft ze van alles meegemaakt met een lichaam dat langzamerhand aftakelde, operaties voor nieuwe knieën, lekkende darmen en wat niet al, maar de griep heeft ze nooit meer gehad sinds ze de prik afzweerde.

Ze varen hun eigen koers wel, die oude dames, maar denk nou niet dat ze niks meer meekrijgen. Het is, zoals ik al aanstipte, dat ze veel kunnen vertellen juist door het niet te zeggen. Vanmorgen werd ik van ver al toegezwaaid door zo’n grijs koppie en zoals wel vaker gebeurt bleef ze staan wachten om haar wollie-wobbie en mijn kooikerhondje de gelegenheid te geven elkaar te besnuffelen. Bij haar aangekomen lieten we de honden doen wat honden doen en hadden een praatje over het weer, want met het zakken van de temperatuur en al die nattigheid is dat het logische onderwerp van de dag.

En ziek worden, ik vertelde haar dat er alweer een griepgolf op de universiteit was gemeld, in de cursus Russisch die ik daar volg missen we elke week wel iemand omdat die het bed moet houden. “Nou”, zei ze, “Ik haal komende week wel even die cojona-prik, je wilt dat toch zien te voorkomen”. Aan het woord ‘cojona’ dat ze gebruikte kon ik opmerken dat er in haar omgeving mensen moesten zijn die over het onderwerp een andere mening hebben, want het is een typische verbastering van diegenen zich in de materie hebben verdiept en tot de conclusie zijn gekomen dat de prik niet in hun lijf hoeft. Tegenwoordig heet zo iemand dan ‘dissident’, de grens van vrijheid van zelfbeschikking en meningsuiting is de laatste paar jaren een stukje opgeschoven. Officieel misschien niet, maar de afgelopen jaren hebben ons geleerd dat we daar in sociaal opzicht een standpunt over moeten innemen en dat daar dan een waardeoordeel aan hangt. Tenminste, als je de media mag geloven. Wat nu zo prettig is aan dames van een zekere leeftijd, en dan generaliseer ik even, is dat je dat aspect helemaal niet tegenkomt.

Die hele discussie was blijkbaar ook aan de dame met het hondje niet voorbij gegaan, de vanzelfsprekendheid waarmee ze de opmerking over de ‘cojona-prik’ liet vallen maakte me duidelijk dat ze voor zichzelf haar standpunt wel had ingenomen. En dan heb je ’t er verder niet meer over. Wat zo Gronings hieraan is is dat ze er zelfs niet op hintte wat andere mensen daarvan kunnen vinden. Daar bemoei je je namelijk niet mee en daar oordeel je niet over, in het Engels heet dat zo mooi ‘minding your own business’. Wat andere mensen doen moeten ze helemaal zelf weten, we leven tenslotte in een vrij land, nietwaar?

En ja, bij het afscheid was daar die opmerking weer: “Het is wel wat in de wereld”. Om daar vervolgens aan toe te voegen: “Maar het is mooi weer tussen de buien door, geniet daar maar even van”. Achter die paar woorden schuilt een lang leven van ervaring, het lijkt zo weinig en onbetekenend, maar soms is dat toch echt het enige dat je hoeft te weten.

Over de auteur

Hielke de Boer heeft meer dan dertig jaar in de financiële sector gewerkt bij ondermeer internationaal opererende bedrijven en kleine sociaal-culturele instellingen. Zijn columns betrekken de maatschappelijke ontwikkelingen in een context van geopolitiek, culturele verschijnselen en historische achtergronden.