Column: Discriminatie los je niet op door elkaar te bestrijden

Column: Discriminatie los je niet op door elkaar te bestrijden

COLUMN – Wilders, Akwasi en VN dragen even hard bij aan verdeeldheid in de samenleving.

Onder druk van het Congres van Wenen werd Nederland in 1815 met België herenigd tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Warm hebben de Belgen nooit van deze hereniging gelopen, waarna in 1830 België haar onafhankelijkheid uitriep.

In 1815 weerklonken de grondrechten in de Nederlandse Grondwet heel anders dan nu. Het huidige artikel 1, luidde toen als artikel 4 als volgt: “Allen die zich op het grondgebied van het Rijk bevinden, hetzij ingezetenen of vreemdelingen, hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen.”

In 1848 werd dit artikel als artikel 3 als volgt uitgebreid: “De wet regelt de toelating en de uitzetting van vreemdelingen, en de algemeene voorwaarden, op welke ten aanzien van hunne uitlevering verdragen met vreemde Mogendheden kunnen worden gesloten.”

In 1983 ontstond het huidige artikel 1 (gelijke behandeling en discriminatieverbod) zoals we dat nu kennen: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”

Op 30 juni 2020 werd het wetsvoorstel dat  ‘handicap’, ‘hetero- of homoseksuele gerichtheid’ aan artikel 1 wil toevoegen in de Tweede Kamer aangenomen. Deze toevoeging zegt daar mee feitelijk dat ‘op welke grond dan ook’ slechts een lege huls is en er feitelijk juridisch geen rechtsgelijkheid voor je geldt als je bijvoorbeeld wordt gediscrimineerd op basis van lichaamsgewicht, andere niet omschreven uiterlijke kenmerken of mening. In die zin lijkt het oorspronkelijke artikel uit 1815 noch het meest inclusief.

Zo laat artikel 1 ruimte bestaan om mensen te censureren omwille van een andere mening, want deze is namelijk niet evenredig beschermd en daarmee ben je als andersdenkende door ongelijkwaardige bescherming vogelvrij verklaard.

Naast dat deze grondwettelijke basis rammelt, is er ook een tendens van politiek evenals maatschappelijk totalitarisme gaande. Een groeiend aantal individuen menen niet alleen dat je moet doen wat gezegd wordt, maar ook dat je gedachten in lijn met die opgelegde daden moeten zijn. Zo is het niet voldoende dat je je houdt aan de coronamaatregelen, maar wordt er ook geen tegenspraak of nuance geduld. Als je niet in de pas loopt, word je openlijk als ‘onverantwoordelijk’ gestigmatiseerd. Daarbij doet degene die dicteert geen enkel poging om te luisteren naar wat de ander zegt en blijft repetitief zijn mantra over de andersdenkende afvuren en degene demoniseren als hij niet schikt.

Wil je volgens deze mensen voldoen aan goed Nederlands staatsburgerschap dan moet je zonder tegenspraak de coronamaatregelen gehoorzamen, overal een mondkapje dragen, blanken per definitie als racisten zien, als vrouw jezelf als minderwaardig erkennen en discriminatie in een zogenaamd ‘positief’ jasje aanmoedigen, je heteroseksualiteit als onnatuurlijk categoriseren, geen vlees eten, rokers ontmenselijken, drugs legaliseren, de misdaden van jeugdbendes simplificeren tot eb- en vloedgevolgen, dit alles voor zoete koek aannemen, vooral niet nadenken en Zwarte Piet kenmerken als een racistisch en discriminerend figuur dat desnoods met behulp van censuur en geweld uit de Nederlandse samenleving mag verwijderd worden.

Zo heeft Facebook nu besloten om onder andere stereotyperende foto’s, tekeningen en filmpjes met Zwarte Piet te verwijderen. Activisten, die zichzelf anti-racistisch verklaard hebben, vinden Zwarte Piet discriminerend en racistisch.

Als bedrijf is Facebook natuurlijk vrij om dit te doen, zoals Facebook gebruikers ook vrij zijn om hun account op te zeggen als ze zich niet langer kunnen verenigen met de organisatie waarvoor Facebook staat. Echter is Facebook ook als bedrijf wel gehouden aan een discriminatieverbod. Door Zwarte Piet van haar medium te verwijderen, zou ze wel eens strafrechtelijke feiten kunnen plegen.

In de Nederlandse wet wordt over discriminatie gesproken als er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen.

Word je anders behandeld als een ander zich zwart schildert? Gaan anderen nu in de regel opeens anders tegen je doen, omdat iemand heeft bedacht zichzelf zwart te schilderen?

Volgens het College voor de Rechten van de Mens (CVRM) is er sprake van discriminatie wanneer mensen anders behandeld, achtergesteld of uitgesloten worden op basis van (persoonlijke) kenmerken c.q. discriminatiegronden die ook in de Nederlandse wet zijn/ worden opgenomen.

Word je als individu anders behandeld, achtergesteld of uitgesloten omdat een ander voor een (landelijk) kinderfeest zich zwart schildert? Daarbij mag íedereen zich zwart schilderen en wordt niemand uitgesloten van het Sinterklaasfeest.

Het CVRM is in 2014 door de Verenigde Naties (VN) geaccrediteerd met de A-status waardoor zij wordt gezien als volwaardig deelnemer aan overleggen binnen de VN-Mensenrechtenraad en andere toezichthoudende VN organen.

VN-rapporteur Tendayi Achiume zei over Nederland: “Het feit dat een traditie diepgeworteld is, kan discriminatie en het gebruik van stereotypen niet rechtvaardigen”.

De meeste mensen zullen erkennen dat traditie geen reden is om discriminatie en bepaalde stereotyperingen te vergoeilijken. Primair is het echter de vraag of Zwarte Piet daadwerkelijk indruist tegen artikel 1 van de grondwet? Dat iemand zich zwart schildert leidt niet automatisch tot discriminatie van iemand van kleur, niet op basis van de definitie van discriminatie volgens de Nederlandse grondwet noch conform de mensenrechten. Het is aannemelijk dat mensen die Zwarte Piet gebruiken om mensen te discrimineren, per definitie al een racistische instelling hebben en daarmee alles zullen aangrijpen om degene met een andere huidskleur aan te vallen. Ook als Zwarte Piet dusdanig verandert of zelfs afgeschaft wordt, zodat hij niet langer als ‘slaande stok’ gebruikt kan worden.

Dat Zwarte Piet gelijktijdig zou zijn opgekomen als Blackface in de Verenigde Staten, maakt nog niet dat er onlosmakelijk een daadwerkelijk verband tussen beiden is, noch dat Zwarte Piet discriminerend of racistisch is. En mocht dat wel in oorsprong zijn geweest, dan wil dat nog niet zeggen dat Zwarte Piet op dit moment nog als discriminerend en/of racistisch gelabeld kan worden. De oorspronkelijke context van Zwarte Piet is niet wat in het heden in vraag dient gesteld te worden. Het gaat om de vraag of Zwarte Piet nú discriminerend en/of racistisch is. Karikaturale kenmerken, zoals oorbel en felle rode lippen, zijn verdwenen. Daarnaast is Zwarte Piet hedendaags iemand die kinderen plezier brengt en veel toegankelijker dan de (enge) oude man die Sinterklaas is. Al meer dan 30 jaar is Zwarte Piet voor kinderen zwart omdat hij alle cadeautjes door de schoorsteen brengt. En gelukkig hoeven kinderen ook niet meer van hem bang te zijn, omdat hij je niet langer in de zak stopt. Zwarte Piet is dus onderhevig aan tijd en mode en het is dan ook niet ondenkbaar dat hij over dertig jaar weer een totale gedaanteverwisseling heeft ondergaan, zonder dat daar de discriminatie c.q. racismekaart voor dient te worden getrokken. Mogelijk wordt deze verandering in de toekomst wel juist ingegeven doordat schoorstenen door de verduurzaming van woningen veelal op de nominatielijst staan om te verdwijnen. De weerstand die op dit moment in de samenleving optreedt, is niet zozeer vanwege de oproep om Zwarte Piet te wijzigen, als wel om het collectief wegzetten van alle blanken (die het Sinterklaasfeest vieren) als racisten. Op basis van huidskleur worden alle blanken op racistische wijze racistisch bejegend door een groep die meent te stellen dat racisme dient te worden uitgebannen. Op basis waarvan menen zij zich dan wel racistisch te mogen uiten?

Zwarte schmink in het licht van het Sinterklaasfeest heeft op dit moment niets met huidskleur te maken en valt dus ook niet onder de discriminatiegrond ‘ras’: hiermee wordt bedoeld huidskleur, afkomst, nationale of etnische achtergrond.

Als je toch eraan wil vasthouden dat dit racistisch is, zal je élk gebruik van schmink die gelinkt kan worden aan een huidskleur wereldwijd moeten verbieden. Want volgens de huidige logica van activisten, die zichzelf hebben uitgeroepen tot anti-racisten, zijn Gheisa’s, clowns, aboriginals en Afrikaanse stammen die zich wit schilderen of andere culturen waarbij zwarte schmink wordt gebruikt, evenzeer racistisch bezig. Wil Facebook zich niet aan discriminatie en racisme schuldig maken, zal zij dus vanaf heden ook al deze culturele uitingen op haar medium moeten weren. Wil de VN vasthouden aan haar beeld dat Zwarte Piet discriminerend is, zal zij al haar leden moeten oproepen tot een schminkverbod dat gelieerd kan worden aan een of andere huidskleur. Anders maakt de VN zich schuldig aan institutioneel racisme. Want op basis van discriminatie conform de CVRM behandeld zij mensen wel degelijk anders op basis van ras.

Wie meent dat Zwarte Piet toch discriminerend en/of racistisch is, dient de rechter om een rechterlijke uitspraak hierover te verzoeken in plaats van het ‘recht in eigen hand’ te nemen. Wat echter wel discriminerend als racistisch is, is dat Geert Wilders en Martin Bosma door middel van een grondswetwijziging de kiesrechtuitsluiting willen uitbreiden op basis van dubbele nationaliteit. Het is onderdeel van een wijziging die ook een verbod op meervoudige nationaliteit van ambtsdragers beoogd. Zelfs deze laatste is, ondanks dat het begrijpelijk is, discutabel.

Op dit moment hebben 1,3 miljoen Nederlanders een dubbele nationaliteit. Hierbij gaat het verre van altijd om Turken en Marokkanen, een groep waarover de PVV zich expliciet uitspreekt. Europeanen die na 15 jaar in Nederland te hebben gewoond, waarvan 3 jaar getrouwd of een geregistreerd partnerschap hebben met een Nederlander, en dan pas via optie het Nederlanderschap verwerven hebben veelal ook een dubbele nationaliteit. Daarmee verwerven ze dan pas ook stemrecht voor de Tweede Kamer. Die dubbele nationaliteit wordt door de Nederlandse wet zelf gefaciliteerd. In bepaalde gevallen krijgen kinderen die in Nederland worden geboren, ook automatisch de nationaliteit van beide ouders. Het uitsluiten van mensen met een dubbele nationaliteit insinueert dat in de meeste gevallen iemand met een meervoudige nationaliteit een bedreiging zou zijn voor de Nederlandse rechtsstaat en per definitie niet loyaal. In werkelijkheid is het voor de meesten andersom. Als iemand een bedreiging is voor de Nederlandse rechtstaat dan kan dit al aangepakt worden met behulp van het strafrecht. ‘Ras’, conform de wet, kan geen grond zijn om een hele groep uit te sluiten op basis van de misdaden van een minderheid. Als een meerderheid van deze groep daadwerkelijk een bedreiging zou zijn voor Nederland, dan was dit zeer zeker al veel eerder aan het licht gekomen en zou het logisch zijn dat je als land een geheel verbod instelt tot het verkrijgen van Nederlanderschap voor alle allochtonen.

Op zich zou er nog enig begrip kunnen zijn om uitsluiting ten aanzien van bepaalde ambten te rationaliseren, al is het ongegrond. Daarentegen is het ontegenzeggelijk discriminerend en racistisch om mensen op basis van een dubbele nationaliteit uit te sluiten van verkiezingen voor de Tweede Kamer. Nederlanderschap wordt niet zomaar verkregen. Pas na 5 jaar en in bepaalde gevallen na 15 jaar verkrijgt iemand van allochtone afkomst dit recht en kan diegene zijn Nederlanderschap weer verliezen als hij handelingen verricht die de belangen van Nederland ernstig schaden. In zoverre zou Nederland er meer baat bij hebben in te zetten op handhaving van bestaande wet- en regelgeving in plaats van aan 1,3 miljoen Nederlanders het signaal af te geven dat zij niet volwaardig als Nederlander worden gezien. Deze houding vanuit politici draagt niet bij aan wat Wilders feitelijk beoogd: loyaliteit aan Nederland. Een dubbele nationaliteit wordt onterecht afgeschilderd als dat degene bevoorrecht wordt ten opzichte van inwoners met alleen de Nederlandse nationaliteit. Immers gelden voor diegene niet alleen de rechten van beide of meerdere landen, maar óók de plichten en dat hoeft in de gevallen van rechtssystemen die sterk van elkaar afwijken lang niet altijd in het voordeel van het individu uit te pakken, integendeel.

Steeds meer mensen lijken maar aan de haal te gaan met dingen die gezegd worden op een manier dat het hun uitkomt, terwijl het niet zo gezegd noch bedoeld is. Zo zei Jesse Klaver: “Akwasi vergelijken met Zwarte Piet is gewoon racisme”. Echter Johan Derksen vergeleek Akwasi niet met Zwarte Piet, maar grapte dat hij zich mogelijk voordeed als Zwarte Piet nadat iemand zwart geschminkt probeerde toegang te verkrijgen op een Black Lives Matter demonstratie in Leeuwarden: “Weten we zeker dat het niet Akwasi is?”. Of het een geslaagde grap was, daarover kan je het oneens zijn. Deze uitspraak volgde enkele weken nadat Akwasi op 1 juni 2020 op de Dam had geroepen dat hij Zwarte Piet hoogstpersoonlijk op zijn gezicht zou trappen.

Zo is er evenzeer een tendens om bij bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen een groep als geheel onterecht als schuldige aan te wijzen.

Door de toename van totalitaire meningen binnen het gehele politieke en maatschappelijke spectrum begint discriminatie op alle discriminatiegronden en daarbuiten flink toe te nemen. Ook lijken steeds meer mensen het verkeerd uitleggen van iemands woorden te legitimeren en vinden ze het ook prima dat de samenleving voor deze mensen een podium faciliteert. Dit is niet de weg die zal leiden tot een verdraagzamere samenleving. Evenzeer bestaat ‘positieve’ discriminatie niet. Discriminatie met welke connotatie die je eraan wil geven, heeft altijd nadelige gevolgen voor het individu en uiteindelijk ook de samenleving. Het is dan ook in het belang van Nederland dat we mensen opnieuw slechts gaan beoordelen op hun daden en niet sec hun mening of een of ander persoonskenmerk. En dat we daadwerkelijke strafvervolging aan de rechter overlaten. Hieraan kan de wetgever zelf ook bijdragen door de wetten die zij reeds heeft vastgesteld consequent te handhaven in plaats van een grotere vergaarbak van allerlei wetten en regels op basis van symboolpolitiek en onderbuikgevoelens te creëren, die er slechts voor zorgt dat steeds meer mensen zich buiten gesloten voelen, de samenleving daardoor verder segregeert en handhaving door overregulering onmogelijk wordt. Laten we ondertussen op individueel niveau dagdagelijks begrip tonen voor elkaars zijn en ons best doen elkaar te begrijpen, zonder dat we direct in de veroordelende modus starten. Ieders daden zijn veelal ingegeven door onwetendheid, een bepaald referentiekader en misplaatste goedheid. Dit verdient geen veroordeling, maar compassie en anderen op respectvolle sociale wijze meenemen in de belevingswereld van elkaar. Door elkaars wereldbeeld zo te vergroten, ontstaat een steeds socialere wereld. Daarbij is het ook jouw individuele verantwoordelijkheid dat je op respectvolle wijze aangeeft waar je grenzen liggen. Dat is de meest effectieve manier om als samenleving duidelijk te maken dat discriminatie en racisme nooit acceptabel zijn. Het rechtssysteem pakt ondertussen de excessen aan.

Over de auteur

Deze column is geschreven door ing. Vicki Van Lommel. Van Lommel schrijft over duurzaamheid, klimaat, energie, circulaire economie, politiek en samenleving.

Foto: Vicki Van Lommel