
Column: Vrijdag
COLUMN – Zij zat al voor het raam toen hij de auto parkeerde voor het huis aan de Churchilllaan in Amsterdam. Het briefje van hun afspraak hing keurig in de gang naast de kapstok. Hun omhelzing was zoals altijd lang en warm. Ze ging meteen naar de keuken om koffie te zetten. De koffiekopjes en het Verkade blik met koekjes stonden al klaar. Dat had zij zo opgeschreven. Iedere stap stond vast. Iedere handeling was opgetekend. “Wat leuk dat je Karin hebt meegenomen”, zei ze toen ze de kamer binnenkwam. Hij keek naar haar. “Ze gaat straks pannenkoeken voor je bakken”, zei hij. “Het is vandaag vrijdag. Vrijdag is pannenkoekendag”.
Ze staarde uit het raam. De jaren gleden voorbij. Het leven was niet meer dan een vage herinnering door de mist van het verleden. Als schimmen langzaam veranderden in onbekende mensengezichten zocht ze behoedzaam troost bij hen. Soms stond ze voor de schouw in de woonkamer en keek naar de vergeelde foto van een jonge vrouw in een witte blouse met kanten kraag en knoopjes van parelmoer. Dan vroeg ze zich af wie die dame was met dat krulhaar, verlegen lachend op een bankje in het park.
Een enkele keer doemde een soort film op van vroeger en trok een stoet figuren aan haar voorbij. Maar ze zag nooit zichzelf. Ieder contact was van haar afgedreven. Ver weg in een zee van tijd. Langzaam streek ze met haar vinger over het glas van het fotolijstje. Hij keek naar haar. Volgde haar vinger. Hij kon het zich niet voorstellen dat alles was verdwenen. Alles wat ooit was. De gesproken woorden. De zachte aanraking. De warme gevoelens. Alles wat haar leven omarmde lag te smeulen. Te wachten. Als een vulkaan.
Haar verleden zou op een dag openbarsten, dwars door het heden. Het zou haar ogen openen. Beelden en geluiden zouden zich opnieuw in haar nestelen. Als een trouwe teruggekeerde vriend. Misschien was dat wel de kern van de verrijzenis. Dat overtollige ballast werd afgeworpen. Om terug te kunnen keren als een heilige geest die weer bezit zou nemen van haar. Iedere dag zei hij dat hij van haar hield. Dan zocht hij naar sprankjes hoop in haar ogen. Naar die milliseconde van een blijk van herkenning.
“Weet u wie ik ben?”, vroeg de man in de kamer. “Mijn zoon”, sprak zij breekbaar. “En weet u wie zij is?”, zei hij wijzend op Karin. “Dat is het meisje die hier ieder vrijdag pannenkoeken komt bakken”. De man ging voor haar staan en nam haar handen in de zijne. “Dat is mijn dochter mam”, zei hij en kuste zachtjes haar voorhoofd.
*1 op de 5 mensen krijgt te maken met dementie. Ongeveer 70% van deze gevallen is een vorm van alzheimer, een ingrijpende hersenaandoening waarbij je langzaam jezelf en elkaar verliest. Doneer deze Pasen een bedrag op; NL13 INGB 0000 00 2502 Alzheimer Nederland. Dank u wel*
Over de auteur
Deze column is geschreven door Ronny Lammers. Ronny schrijft elke zondag een spraakmakende column waarbij hij geen blad voor de mond neemt. Ronny is eigenaar/coach van ITP Institute Tennis Promotion en traint met zijn team alle niveau’s in het noorden van Nederland.
Foto: Ronny Lammers