COLUMN – Je kunt een man uit James Bond halen maar James Bond niet uit de man.
Mijn eerste kennismaking met Daniel Craig als 007, eind 2006, viel niet meteen goed. Twijfel overheerste toen ik op een novemberavond, na het zien van Casino Royale, de Eindhovense Pathé verliet. Niet dat de laatste stuiptrekkingen van Pierce Brosnan nou zo geweldig waren, Brosnan’s “uitzwaaifilm” Die Another Day kreeg slechte kritieken. Een Aston Martin met afweergeschut achter de nummerplaat, prima, maar een optie om onzichtbaar te kunnen rondcrossen? Dat soort fratsen leken voorbehouden aan Harry Potter. Geen wonder dat Craig was aangewezen op het betere handen- en voetenwerk, Bond moest zijn geloofwaardigheid herwinnen. In de openingsfase van Casino Royale vond een tegenstander de verdrinkingsdood in een spoelbak, het was grof – maar inderdaad geloofwaardiger dan een onzichtbare auto.
De grootste schok destijds: James Bond bleek aan verandering onderhevig. De producent had het aangedurfd te experimenteren met een veertig jaar oud, uiterst robuust en succesvol format. Nieuwe dingen kosten tijd, ja, de theorie kende ik. Bond zag ik als uitzondering op die regel, een uitzondering met hoofdletter U. Van Bond bleef je af. Shaken, not stirred.
Het vervolg op Casino Royale, Quantum Of Solace, miste ik, voor het eerst sinds GoldenEye zag ik een Bondfilm niet in de bioscoop. Bij Skyfall pakte ik de draad weer op. Skyfall stelde niet teleur, integendeel, Craig leek gegroeid in zijn rol. Of was het mijn acceptatie? Geen spoor meer van de twijfel, ondanks grote veranderingen: de introductie van een jonge Q, vertolkt door Ben Whishaw, afscheid van icoon Judi Dench (M). Bond lustte wel een pilsje bovendien, uitgeschonken, met goede schuimkraag. Heineken liet het zich geen twee keer zeggen.
De nieuwste film, No Time To Die, heb ik inmiddels gezien. De laatste met Daniel Craig. Vijftien jaar heeft ie het volgehouden, exclusief het uitstel door COVID-19. Een unicum, zelfs Roger Moore haakte eerder af, wel was Moore productiever (zeven films in twaalf jaar, tegen vijf in vijftien). Andere tijden. No Time To Die voelde als een honderddrieënzestig minuten durend afscheid, elke move van Craig kon potentieel zijn laatste zijn, in het achterhoofd die ene vraag: wie neemt het straks over? Een vrouw? Het zijn grote schoenen om te vullen, misschien zelfs té groot. Terugkijkend op vijftien jaar Daniel Craig moet ik toegeven dat ik ernaast zat, die novemberavond in 2006. Mijn twijfel was onterecht. Daniel Craig speelde niet zozeer de rol van James Bond, hij was het gewoon. Dit tijdperk had nog wel twintig jaar mogen duren.
Over de auteur
Deze column is geschreven door Derek Hogeweg. Derek is programmamaker bij OOG Radio en fanatiek wielrenner. Zijn columns gaan over uiteenlopende onderwerpen. In alle gevallen betreft het de mening van een lange man.
Foto: Derek Hogeweg