Column: Pussy Riot en andere onrust

Column: Pussy Riot en andere onrust

COLUMN – Ik herinner mij nog dat er een aantal jaren geleden opschudding in dit deel van de wereld ontstond omdat de Russische regering de vrouwelijke punkband Pussy Riot achter tralies had gezet. Als reden werd hier in de kranten geschreven dat ze een kerkdienst hadden verstoord uit protest tegen Putin. De verontwaardiging richtte zich tot mijn verbazing op de instanties die zo’n zware straf hadden opgelegd (twee jaar strafkamp), eerder dan het feit dat ze grof hadden geïntervenieerd in een religieuze aangelegenheid en een privé aangelegenheid van gelovigen hadden misbruikt voor hun politieke overtuiging.

Sowieso lijkt me dat iets zeggen over het algemene disrespect dat men hier heeft voor de levensovertuiging van anderen. De inbreuk daarop schokt niet, als dat bestraft wordt is het huis te klein. Als iets jou niet aanstaat dan mag je blijkbaar alle grenzen van fatsoen overtreden om jouw ongeïnformeerde mening in het licht te zetten. Westerse artiesten als Sting en Madonna betuigden hun steun aan deze vrouwelijke hooligans. Het morele kompas wordt blijkbaar tegenwoordig geijkt aan het eigen gelijk en een vooropgezette negatieve kijk op alles wat uit het Kremlin voortkomt, maar wat mij betreft hadden de dames, die onder de noemer ‘politiek protest’ bijvoorbeeld jonge katjes van een flatgebouw gooiden, een enkele reis richting een decadent Westers land naar keuze gekregen. Dergelijke optredens worden hier duidelijk beter gewaardeerd.

Opschudding is er trouwens weer genoeg deze dagen. Veel anders dan de opwinding die je bij een WK-wedstrijd ook kunt waarnemen kan ik het trouwens niet noemen, wellicht zelfs oppervlakkiger, want bij voetbal discussieert men tenminste nog over spelregels en eventuele fouten die de scheidsrechter maakt. Het technische gedeelte wordt altijd vrij veel besproken. Bij de operatie in Oekraïne lijkt het allemaal veel platter te zijn: je bent voor of je bent tegen. En de argumentatie van degenen die vóór club Oekraine zijn, ook al is dat duidelijk de verliezende partij, is al even dun: met “Een vreedzaam land wordt zomaar aangevallen”, “Oorlog kan nooit een oplossing zijn” en “Putin is waanzinnig geworden” wordt de zaak simpel afgedaan met een heilige verontwaardiging die je normaliter zou toeschrijven aan iemand die ternauwernood de lagere school heeft afgemaakt. Je ergens in verdiepen is allang niet meer in de mode, wat wel duidelijk werd toen in 2015 vele mensen de retoriek van Obama nakauwden die tot vervelens toe de mantra “Assad must go” de wereld in gooide. De Amerikaanse president liet zich eens de uitspraak ontvallen ‘we create new realities’. Nou, je ziet voor je ogen hoe ze dat middels de massamedia doen. Als ik met mensen op straat spreek dan hoef ik de televisie niet meer aan te zetten, want ze herhalen gewoon domweg wat daar op de beeldbuis wordt verkondigd. Een beetje overstijgend denken, wat je van een ontwikkelde beschaving zou mogen verwachten, zit er niet meer in.

De man zit er trouwens nog steeds, daar in Damascus, dus die ‘new reality’ is wat lastiger te creëren dan men weleens meent. Maar bij de meeste mensen maak je daar de pis niet meer mee lauw want de politiek met haar verstrengelde belangen heeft alweer een andere vermeende dictator voorgeschoteld waar de ongerichte onlustgevoelens op geprojecteerd kunnen worden. We eten wat de pot schaft, zal ik maar zeggen. Dat de gemiddelde Rus een ander idee heeft over democratie, niet direct zit te springen om onze manier over te nemen zodra ze door krijgen hoe het hier werkt en dat Putin het land destijds voor de rand van de afgrond heeft weggetrokken telt allemaal niet. Ons beeld van het Kremlin telt alleen maar en moeite doen om onze virtuele werkelijkheid te toetsen aan de ‘boots on the ground’ is teveel gevraagd.

Systemisch denken

In plaats van het waarheidsgehalte van de berichtgeving onder de loep te nemen wilde ik het eens hebben over hoe beide partijen elkaar spiegelen in de manier waarop ze met berichtgeving omgaan. Als je kijkt naar hoe de informatie op ons afkomt leer je ook iets over het karakter van die partijen. Vooral militaire conflicten zijn zaken die je als burger al gauw boven het hoofd groeien, bij de meeste mensen raakt dat aan emoties en angstgevoelens. De vreedzame omstandigheid waarin je je eigen leven kunt leiden en doelen kunt stellen is het streven in een gezond functionerende maatschappij. Er zijn echter situaties dat deze toestand verstoord wordt en de overheid fungeert dan, als het goed is, als een soort hoeder van het gezin die als taak heeft de neuzen in die panieksituatie weer de goede kant op te zetten en een zekere orde terug te brengen. Als overheid wil je rust in de tent, normaal gesproken dan. Het is interessant om eens te kijken hoe de overheden aan weerszijden van het conflict dit dan aanpakken.

Facebook, Instagram en andere social media worden in Rusland op dit moment geblokkeerd. Het heet dat ze zich hebben teruggetrokken, maar de Russische overheid was al eerder bezig het gebruik hiervan aan banden te leggen.  Het verlies van Facebook zal er niet zo inhakken, want haar tegenhanger V Kontakte (‘in contact’) heeft een groter marktaandeel aldaar. Nieuwsmedia hangen een boete en gevangenisstraf boven het hoofd als zij afwijken van het standpunt dat de overheid uitdraagt. Een zender als Radio Free Europe zit nu bijvoorbeeld in fikse problemen doordat ze weigeren hierin mee te gaan. Voor het Westerse oog ziet zo’n situatie er al gauw onderdrukkend en dictatoriaal uit, maar als je even door het nieuws scrollt dat RFE uitzendt dan kom je er al gauw achter dat hun berichtgeving behoorlijk eenzijdig de sensatie-retoriek van Zelensky volgt en er niet op is gericht zo objectief mogelijk verslag te doen die beide kanten van het verhaal belicht. Ook klagen ze er over dat ze bij hun berichtgeving moeten melden dat ze een ‘foreign agent’ zijn, om aan te geven dat hun agentschap geen Russische oorsprong heeft. Wat ze echter ‘vergeten’ te melden is dat deze typering verplicht is als zulke media meer dan een bepaald percentage van hun inkomsten van buiten Rusland krijgt. Zulke lui mogen dus even niet meer meedoen van het Kremlin.

‘Papa Kremlin’ bepaalt dus in hoge mate de manier hoe de bevolking tegen het conflict aan moet kijken. In feite probeer je de bevolking te disciplineren en één van de doelstellingen van zo’n aanpak is polarisatie tegen te gaan en al te dissidente stemmen de kop in te drukken. Idioten heb je in problematische situaties even niet nodig. De intrinsieke boodschap is in feite ‘hou je kop er even bij, de situatie is ernstig en het laatste dat we nodig hebben is stemmingmakerij’. Nogmaals, wat een overheid normaliter wil is rust in de tent. Wij in het Westen moeten overal wat van vinden, maar overheden in andere landen doen dat nu eenmaal op een manier die hun meest geschikt lijkt. Je bemoeit je ook niet de opvoeding van de kinderen van je buren. Als die hun kinderen niet de godganse dag met een smartphone willen laten rondlopen en ze ook wat waarden mee wil geven, dan kan dat in jouw ogen streng zijn, maar het is hun goed recht om dat anders te doen dan jij. In sommige opzichten lijkt de verhouding die een overheid met haar bevolking heeft daar wel wat op.

Dat mensen geneigd zijn op de impuls van hun eigen egootje te reageren moge wel blijken uit het protest van de 270 kilo wegende pianist die zich aan de voordeur van McDonald’s vastketende. Dit onder het mom van de vrijheid van ‘body positivity’, blijkbaar een zelfverzonnen recht om je eigen gezondheid de vernieling in te helpen middels fastfood. Of het egootje van zogeheten influencers die blijkbaar niks anders te doen hebben dan hun publiek op Instagram te vermaken met hun pas gepolijste nagels en nu jankend achter het beeldscherm zitten omdat ze door de sluiting hun inkomsten kwijtraken. Ik wist niet dat ’t bestond, ook op mijn leeftijd leer je nog elke dag nieuwe dingen bij. Als mensen hun vrijheid niet anders kunnen definiëren kan ik me er wel iets bij voorstellen dat een overheid in tijden van crisis daar even geen boodschap aan heeft.

‘Papa Binnenhof’ lijkt met haar Amerikaanse vrienden een heel andere, meer teruggehouden aanpak voor te staan, want wij kennen zoiets als ‘vrijheid van meningsuiting’. Dit wordt gekoppeld aan de ‘vrije markt’, want waar de overheid zich officieel niet uitspreekt over hoe je moet denken, afgezien van de openlijke afkeer van Thierry die in de afgelopen dagen al eens werd uitgemaakt voor ‘landverrader’ (wat toch een duidelijke aanwijzing is over hoe je wél moet denken), zijn het hier de social media die de vermanende tikken uitdelen. De markt bepaalt. Waarschuwingsvensters die voor persoonlijke berichten worden geschoven zijn al talrijke keren per dag te zien en er circuleert nu ook een bericht dat het uitspreken van haat tegen de ‘invasie’ en de persoon van Putin niet zullen worden bestraft. Dat dit dan onuitgesproken in feite het beleid van de regering is, moge wel blijken uit het feit dat die laatste niet ingrijpt op deze duidelijke aansporing tot haat aanzetten. Je weet dat die emotie leeft en dat hiermee de deur wordt opengezet om dit openlijk uit te dragen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt echter uiteindelijk bij Den Haag, die de taak heeft om dit soort excessen in de maatschappij te beteugelen en dit duidelijk nalaat om te doen. Aangezien de meeste van die social media Amerikaans zijn kun je daar nog wel een extra vraagteken bij zetten, want in hoeverre wordt dit beleid bepaald door de eigen regering?

Let wel, ik heb het hier niet over het waarheidsgehalte van de berichten aan beide kanten, het gaat mij even om de manier waarop dit wordt gebracht. De relatief nuchtere toon van de Russische media staat in schril contrast met de heethoofdige toon van oorlog die je aan deze kant aantreft. Het kan niet genoeg worden uitvergroot, ‘Russia is the global enemy’ is bijvoorbeeld de eerste kreet die ik zie als ik mijn nieuwsoverzicht doorscroll. Het niet toezien op uitingen die stemmingmakerij kunnen veroorzaken is ook een vorm van beleid. Ongeleide polarisatie ligt automatisch in het verlengde van zo’n passief beleid, want je weet dat de overgrote meerderheid niet systemisch denkt, die reageert. Het totale geluid, ook dat vanuit de Tweede Kamer, is er één van ophitsen en bangmakerij, met als voorlopig hoogtepunt de dreiging van nucleair geweld. Dat in de voorgaande maanden de VS en haar Europese bondgenoten daar zelf in niet al te suggestieve bewoordingen mee begonnen zijn wordt er niet bij verteld. De aankondiging van nucleaire alertheid van Putin is in die context niet meer dan een antwoord en dus eerder defensief als offensief te noemen. Dat u deze context niet wilt meenemen en vervolgens volkomen misplaatst het woord ‘agressor’ gebruikt is uw eigen verantwoordelijkheid. Met alle gevolgen die dat met zich meebrengt.

Over de auteur

Hielke de Boer heeft meer dan dertig jaar in de financiële sector gewerkt bij zowel internationaal opererende bedrijven als kleine sociaal-culturele instellingen. Zijn columns betrekken de maatschappelijke ontwikkelingen in een context van geopolitiek, culturele verschijnselen en historische achtergronden.

Foto: Tiedo Groeneveld