
Column: It happened before, it will happen again
COLUMN – Het is een beetje een trend de laatste tijd om te verwijzen naar de geschiedenis, dus onwillekeurig ging ik daarin mee en moest denken aan een verhaal dat al duizenden jaren oud is. Het gaat over een samenleving, geavanceerd en hoog gecultiveerd, waarin men op een gegeven moment besloot een gezamenlijk project op te zetten. Er waren bestuurders bij betrokken, architecten, bouwondernemingen, rekenmeesters etc. en een flink deel van de bevolking werd erbij betrokken om het uitvoerende werk te doen. Het zou het grootste project worden dat de mensheid tot dan toe had ondernomen en het zou zelfs een religieus-spirituele breuk betekenen met de cultuur die tot dan toe de samenleving tot een eenheid had gesmeed, want het project behelsde een bouwwerk dat zó hoog in de hemel zou reiken dat goden er jaloers op zouden worden en de mensheid die goden, en alle spirituele symboliek die daarmee samenhing, niet meer nodig zou hebben: de Toren van Babel.
Het is één van die gebeurtenissen die in het schemergebied tussen prehistorie en geschreven historie liggen, waardoor het al te makkelijk naar het rijk der fabelen en mythen verwezen wordt, maar het wordt in vele vertellingen vermeld en niemand minder dan Nebukadnezar II (634 – 562 v. Chr.) heeft een inscriptie nagelaten waarin hij de toren noemt: “Een vroegere koning bouwde hem, maar hij voltooide de spits niet. Al sinds lange tijd hadden de mensen hem, in totale spraakverwarring, verlaten. Toen hadden een aardbeving en de donder zijn zongedroogde leem verstrooid, waren de stenen van zijn omhulsel gebroken en lag de aarde van de binnenkant er in hopen omheen”.
Driehonderd jaar later trof Alexander de Grote (356 v. Chr. – 323 v. Chr.) de bouwval aan en besloot haar alsnog af te bouwen, maar dan tweemaal zo groot. Daarvoor werd de legendarische ruïne eerst afgebroken en tijdens die fase overleed Alexander en is het daarbij gebleven. Zijn opvolgers kwamen er niet meer aan toe het project opnieuw op te starten. Daardoor is de exacte locatie voorlopig onder het woestijnzand van Irak verdwenen, maar de herinnering is tot ver over de grenzen vastgelegd, onder andere door de Griekse historicus Abydenus en in de mondelinge geschiedschrijving van het in China levende Miao-volk.
Dergelijke ambitieuze projecten in de oudheid blijven tot de verbeelding spreken, maar in dit specifieke geval is het vooral ook de reden waarom het bouwwerk nooit is afgemaakt: totale spraakverwarring. En dat was niet, zoals tegenwoordig vaak gebeurt, omdat er allerlei buitenlandse werknemers werden aangetrokken die vanzelf verschillende talen spraken. In de vele versies van de overlevering is er in het begin van de vertelling namelijk steeds sprake van één taal (“Hun spraak was allemaal met dezelfde woorden en taal” – Miao vertelling), maar gedurende de bouw gebeurt er iets dat vanwege de ongrijpbaarheid alleen maar aan de goden toegeschreven kon worden, namelijk dat mensen elkaar niet meer konden begrijpen. In de Miao vertelling: “Hij verwarde tonen en stemmen. Wat iemand sprak had voor de hoorder geen betekenis; hij sprak in woorden, maar zij konden hem niet begrijpen”.
Communicerende vaten
Duizenden jaren later, in het jaar 2021, zit ik een reactie te schrijven op een stuk uit de koker van UMCG psychologen, die vanuit hun ivoren toren menen te kunnen beoordelen aan welke waan mensen met een afwijkende visie lijden. Voeling met de werkelijke onvrede hebben zij niet meer, ik kom nergens in hun rapport iets tegen dat te maken heeft met de concrete bezwaren tegen de huidige ontwikkelingen in de maatschappij. Het gaat naadloos mee met de trend in de landelijke media om een wel erg grote groep mensen het recht te ontzeggen om hun standpunt uit te leggen en volgens de normen van hun levensvisie te leven; in plaats daarvan worden de intellectueel minder begaafden in de schijnwerpers gezet als zouden zij een representatie vormen voor die twee miljoen en wordt er effectief een karikatuur geschetst, een on-beeld waar blijkbaar de meerderheid van de samenleving al gauw genoegen mee neemt.
Er is geen sprake meer van communicerende vaten. De politiek gaat stelselmatig het gesprek met wetenschappelijke zwaargewichten uit de weg (ook die in de reguliere media), ze maakt alleen al hiermee duidelijk dat er een agenda wordt gevolgd die weinig meer te maken heeft met volksgezondheid, en in het publieke debat hebben degenen die inhoudelijk het minst te melden hebben het hoogste woord. Aan de ene kant van de scheidslijn kom je verhalen tegen over reptilians en wezens uit een parallelle dimensie waarmee je toch weinig concreet de bestaande problemen kunt aanpakken, laat staan dat het communiceert met de mensen die zo langzamerhand het verhaal van Gates promoten dat de gehele mensheid maar die experimentele prik moet hebben. De oppervlakkigheid en non-communicatie zijn al zo ver gevorderd dat ik je op een briefje kan geven dat op dit moment lezers zijn afgehaakt bij de woorden ‘Gates’ en ‘experimenteel’. Het werkt elkaar in de hand, zou je zeggen, de non-communicatie en het van elkaar afdrijven liggen in elkaars verlengde.
De inhoudelijke discussie is allang verloren gegaan, of eigenlijk nooit begonnen, en de eerste opiniestukken die de radicalisering in gang zetten heb ik al voorbij zien komen. Ik heb er eentje gelezen die het nog een soort van netjes houdt en in haar pseudo-psychologische stuk stelt dat de ‘antivaxxer’ (sic) het beste als een lastige kleuter of puber kan worden benaderd. Maar het eerste stuk van een zogenaamde cabaretier (dat slag dat tegenwoordig ‘grappig’ en ‘bovenmatig smakeloos en grof’ door elkaar haalt) die openlijk voor concentratiekampen pleit voor een deel van de bevolking heb ik al voorbij zien komen. Ongegeneerd schrijft hij: “Natuurlijk is het niet de bedoeling dat de Ongevaccineerden (sic) massaal komen te overlijden. Maar ja. Het is ook nooit de bedoeling geweest om chocoladevla te mengen met vanillevla. En dan gebeurt dat dus toch”.
Tegen dat peil zit je dus aan te kijken. Als je denkt dat Hugo de Jonge dreigend klinkt met zijn drie- á vierduizend sterfgevallen dan is dat echt helemaal niks vergeleken met deze ‘cabaretier’ die geen probleem heeft met het willens en wetens ombrengen van twee miljoen mensen. Want dat is wat hij schrijft in een Achterhoeks krantje. Je kunt je daar druk over maken en namen gaan noemen, maar ik denk dat het in het kader van de uit de hand lopende polarisatie weinig zin heeft iets toe te voegen aan de toenemende verhitting.
De historische vergelijking
Men verstaat elkaar niet meer. We hebben een welvaartsmaatschappij geschapen die als een toren ver uitsteekt boven alles wat de mens tot nu toe in materieel opzicht heeft gecreëerd, maar het bouwwerk is zo zwak of sterk als de mentaliteit van de mensen die haar dragen. En nu zijn we aanbeland in de stervensdagen van het kapitalisme, een tijd waarin plannenmakers in de hoogste regionen ons een project voorspiegelen dat tot in de hemel reikt, het zal allemaal beter worden via de energietransitie, de SDG’s (Social Development Goals), de afschaffing van armoede en zoveel meer. Dat het een enorme luchtbel is, een nieuwe Toren van Babel, is iets dat aan de aandacht van velen ontsnapt. Al die mooie ideeën zijn ingekapseld in verdienmodellen, als je iets wilt corrigeren dat fout is gegaan moet je bereid zijn offers te brengen, maar de elite wordt hier alleen maar beter van. De bevolking blijft ondertussen in al die individuele ivoren torentjes de boel maar aankijken zonder hier een visie op te ontwikkelen. De puf, maar ook de benodigde ontwikkeling ontbreekt om temidden van die golven aan informatie te denken vanuit fundamentele principes. Arrogant en eigenzuchtig hebben ze geprofiteerd van het systeem zonder enig idee te hebben wat de grondslagen ervan zijn. En kunnen dus ook niet met elkaar communiceren omdat hier geen kennis over is. De gemiddelde arbeider in de 19e eeuw was beter op de hoogte en een vaag, niet begrepen schuldgevoel doet de rest.
Het soort onwetende radicalen zoals die ‘cabaretier’ kunnen gerust zijn: in Australië slepen ze mensen al naar kampen waar ze gedwongen ingeënt worden. Dat Stefan Oelrich, ceo van de farmaceut en vaccinproducent Bayer tijdens de World Health Summit in Berlijn laatst duidelijk maakte dat de mRNA-vaccins inderdaad een voorbeeld zijn van cellulaire gentherapie maakt voor dat soort mensen niet meer uit, het tegen elkaar op schreeuwen heeft ze doof gemaakt voor nuances en het feit dat zoveel vragen onbeantwoord blijven. Zo’n Oelrich, die lekker meelift met de miljardenwinsten van de farmaceutische industrie, kan dan nuchter constateren: “Als we twee jaar geleden een onderzoek hadden gedaan welk percentage van de bevolking cellulaire gentherapie zou willen ondergaan, dan had 95% de injectie geweigerd”. Ondertussen gaan we naar een situatie dat 95% van de bevolking zich die naald gewoon in de arm laat jassen, beangstigd door verhalen zoals bijvoorbeeld de Botswana variant. Dat mensen in Botswana zelf bevreemd de wenkbrauwen optrekken omdat daar niks aan de hand is laat bij de radicalen echt geen belletje meer rinkelen. Ze zitten op koers en als er geen wonder gebeurt gaat dat een ramkoers worden. Alle historische vergelijkingen ten spijt.
It happened before, it will happen again. Kan de huidige ontwikkeling gekeerd worden? Vast en zeker wel, maar met het ontleden en kritiseren van de Grote Herstart zonder een alternatief daarvoor in de plaats te stellen gaat dat niet lukken. Om dat vorm te geven is het bestuderen van de geschiedenis misschien toch wel handig. Echter, als het gaat over vergelijkingen met het verleden kom ik níet uit op de Joden in de jaren ’30, maar daarover in het volgende stuk meer.
Over de auteur
Hielke de Boer heeft meer dan dertig jaar in de financiële sector gewerkt bij zowel internationaal opererende bedrijven als kleine sociaal-culturele instellingen. Zijn columns betrekken de maatschappelijke ontwikkelingen in een context van geopolitiek, culturele verschijnselen en historische achtergronden.
Foto: Tiedo Groeneveld